Tijdens het teamoverleg van Onze stad op 22 maart in S2M Utrecht kwamen verschillende punten aan de orde:
+ Dank aan Harry Custers voor zijn uitleg over Pleio. Het platform biedt veel mogelijkheden voor continue communicatie (wijkplatform) en losse campagnes met bijv. bewoners, met daarbij het voordeel dat steeds meer ambtenaren pleio ook vanuit hun intranet kennen waardoor de drempel om het te gebruiken lager ligt. Tegelijkertijd werd er in het team geconstateerd dat de uitgangspositie en het type resultaat dat je zoekt leidend moeten zijn. Wat is er al aan tools, waar zijn bewoners te vinden (Facebook, twitter, hyves etc.), wat voor platformen hebben ze zelf al opgezet? Pleio is daarbij een van de tools in het arsenaal dat je beschikbaar moet hebben als gemeente.
+ Naast tooling is ook organisatiegraad (de ene stad heeft een heel team specialisten, de ander twee mensen op de gehele communicatieafdeling) een belangrijk punt. Hoe social media ready en vaardig zijn je mensen? Hoe werkt communicatie samen met beleid en strategie? Zowel webcare, cocreatie op beleid als versterking van de wijk via sociale media vereist een integrale aanpak, dwars door de kaders en hokjes heen.
+ Het decentralisatie vraagstuk vraagt een grotere zelforganisatie van bewoners en bedrijven, en meer interactie tussen de zogenaamde professionals (wijkmanagers, welzijnswerkers, zorgaanbieders) en de steeds beter toegeruste ‘amateurs’ (de bewoners, mantelzorgers). De rol van veel professionals is veranderd van ‘het voor de ander oplossen’ naar ‘de ander helpen het zelf te doen’. Sociale online netwerken en marktplaatsen zijn daarbij van grote waarde.
+ De gedachte is dat overheden niet zomaar kunnen stoppen met hun dienstverlening en dat mensen het dan automatisch wel zelf kunnen. Structuren en platformen (online/offline geïntegreerd) die mensen helpen om die ingrijpende overstap te maken zou een manier zijn om daar uiting aan te geven. Er is discussie in hoeverre je als gemeente hier een zorgplicht hebt, of voelt, en ook (financieel/organisatorisch) in staat bent daar actief beleid op te voeren.
+ Veel weerstand bij medewerkers zit nu in de gedachte dat het ‘meer werk’ is om ook online actief te zijn. Dit moet veranderen naar ‘ ik doe mijn werk op een andere wijze’. Wat voor kansen liggen er dan?
- Er is minder geld beschikbaar om mensen te helpen (frustratie), naar: via de online zorgmarktplaatsen kan ik mensen toch op weg helpen op andere manieren zorg en contact te vinden (plezier in werk).
- Snelle reactie op vragen/klachten van bewoners (via twitter bijv.) neemt irritatie weg, voorkomt dat kleine zaken grote problemen worden en biedt door eerlijk contact kans op meer begrip.
- Veel medewerkers krijgen nauwelijks feedback van bewoners op hun werk (of alleen de negatieve reacties), online hoor je nog eens wat terug en vaak is dat ook heel positief.
- Bij reguliere inspraak is het vaak actieve tegenstemmers tegen gemeente, online wordt makkelijker de stille meerderheid zichtbaar waardoor het gesprek veel meer in balans komt.
Voor de volgende keer gaan we nader in op de verschillende tools die gemeenten al gebruiken. Zo hebben Tilburg en Den Haag al een uitgebreid assortiment. Daarnaast wordt verkend op wat voor manier sociale media de decentralisatieslag waar gemeenten voor staan kunnen begeleiden. Ofwel wordt vervolgd…
Geïnteresseerd in de manier waarop je sociale media voor participatiedoeleinden kan inzetten en wil je samen met andere gemeenten leren en reeds bekende aanpakken doorontwikkelen en implementeren? Meld je aan bij Michiel Duijsings (michiel.duijsings@tilburg.nl).
Je kunt niet meer reageren.