Als je een bijeenkomst organiseert, is het fijn dat de deelnemers in de doe-stand staan. Maar hoe krijg je de deelnemers uit die achterover-leun-stand? Hoe breek je het ijs? En wat doe je als je merkt dat de aandacht verslapt, hoe breng je de energie weer op peil?
DSA-bijeenkomsten gaan over samen doen. Dan is het belangrijk dat mensen betrokken en actief zijn. Twee slimme manieren die je helpen om dat voor elkaar te krijgen:
Icebreakers
Met een goede icebreaker aan het begin zorg je er meteen voor dat er een wij-gevoel ontstaat. Geen lange voorstelronde, wel meteen contact tussen de deelnemers. Een kennismakingsronde kun je out-of-the-box insteken om doe-energie te genereren. Deze icebreakers voorkomen dat je verzandt in een lange voorstelronde waarin iedereen uitgebreid uit wil wijden over zijn of haar werkzaamheden.
Een aantal voorbeelden:
- Laat de deelnemers zich voorstellen door drie zinnen over zichzelf te vertellen, waarvan één zin niet waar is. Laat de groep raden welke zin niet waar is.
- Laat de deelnemers zich voorstellen aan de hand van een allitererende bijnaam (Sportieve Sara). Door een gekke bijnaam kun je iemands naam nog beter onthouden.
- Laat de deelnemers in een kring staan en laat ze zich voorstellen aan de hand van een beweging en het zeggen van hun naam, maar eerst moet je de bewegingen (en namen) van je voorgangers hebben nagedaan.
- Als je een set inspirerende (Boomerang) kaarten hebt dan kun je deze kaarten uitdelen en de deelnemers zich aan de hand van de kaart laten voorstellen.
Energizers
Als je tijdens de bijeenkomst merkt dat de aandacht verslapt en mensen gaan indutten, dan kun je ervoor kiezen om een energizer in te zetten. Even opstaan, bewegen en lachen.
- Laat de deelnemers in een kring staan en laat ze met een bal naar elkaar toegooien. Wanneer ze iemand de bal toegooien stellen ze een vraag. Degene die vangt geeft ondertussen het antwoord en gooit de bal met een nieuwe vraag door naar de volgende. In plaats van een vraag stellen kun je ook de naam noemen van degene naar wie je gooit, om de namen te oefenen.
- Laat de deelnemers in twee rijen tegenover elkaar staan. Je vormt een duo met degene tegenover je. In duo’s tel je om de beurt van 1 naar 3. Bij 3 aangekomen tel je weer opnieuw van 1 naar 3. Als dat goed gaat vervang je de 1 door een klap in je handen. Om de beurt: “Klap”, “2”, “3”. Als dat goed gaat, vervang je de 2 door een sprong in de lucht. Om de beurt: “Klap”, “Sprong”, “3”. Vervolgens vervang je de 3 door een wiggle (heupwieg). Om de beurt: “Klap”, “Sprong”, “Wiggle”. Met deze energizer laat je je beide hersenhelften kraken!
- Maak duo’s en stel elkaar om de beurt een vraag. Je moet antwoorden met een wedervraag dat begint met “ja, en”. Op deze manier haal je mensen uit de “ja-maar” stand. Denken in mogelijkheden.
- Je kunt natuurlijk ook benoemen wat je ziet en aan de deelnemers vragen wat ze nodig hebben. Denk ook aan een luchtje scheppen, goede muziek aanzetten, brainfood uitdelen etc.
Wat doet jij om de energie weer op peil te krijgen? Ik ben benieuwd naar jullie reacties!
Bron: De icebreakers en energizers zijn geformuleerd uit eigen ervaringen, waarbij veel inspiratie is te danken aan de co-creatiesessies van Samen Veilig met Alfaris Lawalata van de Politie Den Haag.
Je kunt niet meer reageren.