Wij kwamen een leuk artikel tegen met daarin Brigitte Hulscher, gemeente Utrecht, aan het woord: wat vraagt een Smart City van je organisatie en mensen? En Hanke Nijman van gemeente Den Haag deelt haar Smart City lessen van het afgelopen jaar. Beiden geven aan dat je niet alleen moet bouwen aan techniek, maar vooral ook aan je organisatie en samenwerking: Brigitte: ‘De knop moet om; je moet kortcyclisch denken, adaptief zijn, meer samenwerken.’
Utrechtse en Haagse Smart City lessen
Binnen de gemeente Utrecht wordt momenteel hard gewerkt om de organisatie flexibel te krijgen en zo invulling te geven aan de Smart City beweging. “Denk bijvoorbeeld aan meer kennisdeling door te laten zien waar jij binnen jouw ‘koker’ mee bezig bent en brainstorm middels pitches en workshops over de mogelijkheden daarvan voor de rest van de organisatie. Dat krijgt geleidelijk aan steeds meer inhoud en regelmaat. Het gaat ook breder dan de Smart City; het gaat erom dat je geïnspireerd raakt door wat je collega’s doen”, aldus Brigitte.
Hanke werkt vanuit de gemeente Den Haag aan het programma Smart City. Zij schreef vorige week over haar 9 lessen die zij leerde bij de ontwikkeling van smart cities in de organisatie. “In een Smart City worden nieuwe technologie en co-creatie ingezet om maatschappelijke vraagstukken op een innovatieve wijze op te lossen.”
Uit deze lessen van Brigitte en Hanke wil ik er twee uitlichten:
1. De bewoner centraal
‘In een Smart City wordt technologie ingezet als middel voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken.’ Ik zie dat we ook nog wel eens dingen doen, gewoon omdat het kan. Dat is niet altijd erg, dat is ook innovatie. “Maar als gemeente moet je je uiteindelijk wel de vraag stellen: Lost die technologie dit probleem voor de bewoner écht op?” aldus Hanke. Voordeel is ook dat je daarmee vanzelf gaat ontkokeren, niet meer denken vanuit oplossingen en werkvelden, maar vanuit een opgave van de burger. Kan best zijn dat je voor zijn probleem zowel een financiële als sociale, en misschien wel fysieke component nodig hebt (hoe kan meneer Jansen zo effectief en goedkoop mogelijk worden gehaald en gebracht naar zijn zorgverlener?). Dat maakt Smart Cities zo leuk, het gaat over alle facetten van de stad en samenwerken moet. Dat brengt me op punt 2:
2. Je kunt het niet alleen
De smart city in de breedte vraagt om samenwerking en afstemming tussen alle gemeentelijke disciplines op alle niveaus in de organisatie. Ook daarbuiten heb je vele partijen nodig, van onderzoek tot marktpartijen. Dat betekent ook dat je vaardigheden en ervaring op moet doen met hoe je dat vormgeeft. En wie heeft welke rol? Ik sprak laatst met Michael J. Dawkins van coöperatie duurzaam Brabant en hij noemt dat het organiseren van “tussenruimte”. Ideeën worden steeds meer vormgegeven vanuit een opgave en vanuit mensen. Die mensen zijn pas in tweede instantie verbonden aan een organisatie. Zijn idee is dat wanneer mensen vanuit zichzelf en hun eigen energie van een idee een project maken, mooie en duurzame Smart City ontwikkelingen van de grond komen.
Samenwerken aan opgaves en vraagstukken Smart Cities
Dit jaar faciliteren we vanuit de Digitale Steden Agenda, naast bijeenkomsten met de G32, ook een aantal meetups met de G5 specifiek, om van elkaar te leren als het gaat om Smart Cities. Dat gaat niet alleen over concrete projecten, maar juist ook over organisatievragen en innovatie. Daar komen bijvoorbeeld de volgende vragen aan de orde:
- Welke cultuur en organisatievorm pas bij de smart city ontwikkeling?
- Hoe zorgen we ervoor dat we kunnen innoveren; dat we flexibel en wendbaar zijn?
- Hoe geven we vorm aan nieuwe coalities?
- Welke vormen van aanbesteden kunnen we gebruiken bij smart City innovaties?
- Hoe zorgen we voor goede pilots en projecten en hoe leren we ervan? Hoe schalen we vervolgens op?
- Welke rol speelt (open) data hierbij?
Lees het hele interview met o.a. Brigitte Hulscher hier.
Lees hier de lessen van Hanke Nijman.
Je kunt niet meer reageren.