Richard Vermeeren (Radboud Universiteit / KPN Consulting) deed eind vorig jaar onderzoek naar hoe gemeenten bijdragen aan Smart City innovatie in hun stad. Marije interviewde hem over de bevindingen van zijn onderzoek.
lees hier de samenvatting onderzoek Smart City innovation – organizing coincidence
Het Smart City-beleid van steden en hun gemeenten wordt veelal beïnvloed door toevalligheden, zo blijkt uit het onderzoek van Richard. Overheden, onderwijsinstellingen en bedrijven komen elkaar in de stedelijke context geregeld tegen. Vaak leidt dit bij toeval tot nieuwe creatieve ideeën waarbij de bundeling van kennis en ervaringen kan leiden tot oplossingen voor menig maatschappelijk vraagstuk. Een structurelere benadering door de gemeente door middel van het stimuleren en faciliteren van innovatie, zou op dit gebied zijn vruchten kunnen afwerpen.
Smart City innovatie in tien steden
In december rondde Richard zijn studie Bedrijfskunde af met het onderzoek ‘Smart City innovation: organizing coincidence’. Hij onderzocht op welke manier Nederlandse steden omgaan met innovatie op het gebied van Smart Cities. De nadruk in zijn onderzoek ligt in de bijdrage van gemeenten aan deze nieuwe soort van maatschappelijke innovatie.
Richard baseert zijn analyse op de theorie van de ‘open innovation journey’. Deze journey is open omdat je voor Smart City innovatie als gemeente interne én externe partijen nodig hebt. De ‘innovation journey’ kent drie fases: initiatie, ontwikkeling en implementatie.
Tien steden hebben hun medewerking verleend aan het onderzoek: Arnhem, Deventer, Eindhoven, Harderwijk, Heerlen, Maastricht, Rotterdam, Sittard-Geleen, Utrecht en Zoetermeer. Interviews met deze steden geven inzicht in hoe ver gemeenten zijn in deze innovatie, wat de innovatie al heeft opgeleverd en hoe het beter kan.
Alle tien gemeenten zijn in meer of mindere mate actief in het faciliteren en stimuleren van Smart City innovatie. Verschillen zijn zichtbaar in de manier waarop zij slimme oplossingen implementeren. Sommige steden acteren vanuit een centrale strategie terwijl anderen nog erg verkokerd zijn en zich meer bezighouden met deeloplossingen. De ene stad verkeert met haar oplossingen nog vooral in de initiatiefase terwijl andere steden al veelvuldig slimme oplossingen implementeren en opschalen.
Vertrekken vanuit een maatschappelijke vraag
Successen zijn er volgens Richards onderzoek vooral als je als gemeente vertrekt vanuit een maatschappelijke vraag. “Smart City oplossingen zijn er legio, technisch is er zo veel mogelijk. Maar uiteindelijk gaat het erom dat je er als stad beter van wordt, dat er sociale behoeften en maatschappelijke vraagstukken mee worden aangepakt. Om Smart City innovatie succesvol te laten zijn moet je je eerst goed afvragen wat je als stad nodig hebt en waarom. Dat is het uitgangspunt voor beleid op Smart Cities!”
Een van de dingen die Richard opvalt, ook in zijn huidige baan als consultant bij KPN Consulting, is dat veel steden mooie pilots ontwikkelen, maar dat die stranden of dat ze niet goed worden geëvalueerd. “Als er vooraf geen doelen worden geformuleerd, is het vaak lastig te zeggen of een pilot succesvol is en dus ook of het nuttig is om de innovatie te implementeren of op te schalen.” Daarom beveelt hij aan om vooraf – vanuit het beleid – vooral (smart) doelen te formuleren. Als het even kan, is het aan te bevelen een nulmeting te doen en standaarden te ontwikkelen waarlangs het succes gemeten kan worden. Het zou mooi zijn als alle gemeenten in Nederland hierin dezelfde standaard hanteren.
Steden die succesvol zijn in het organiseren van innovatie, zijn dat vaak omdat ze in staat zijn integraal te werken vanuit verschillende disciplines en afdelingen. En omdat ze de juiste partijen in hun netwerk bij elkaar brengen: daar komt het belang van het organiseren van toevallige ontmoetingen om de hoek kijken. “Het bij elkaar brengen van bedrijven, overheidsinstellingen, opleidingsinstituten maar ook bijvoorbeeld start-ups zorgt voor nieuwe ideeën en koppelkansen. De (lokale) overheid moet hierin de regie pakken.”
Samenwerken en toeval organiseren
Een van de aandachtspunten die Richard noemt, is het goed inrichten van de interne organisatie van de gemeente en vooral ook de bestuurlijke koppeling. Snel scoren met het ontwikkelen van een Smart City-strategie is vaak niet haalbaar. Het opbouwen van een innovatieklimaat is een proces van meerdere jaren, waaruit pas na een tijdje mooie Smart City-oplossingen komen. Maar die basis en organisatiecultuur is wel nodig om duurzaam te innoveren en te komen tot goede Smart City oplossingen. Het nu investeren in Smart City-strategieën met geld en kennis, zorgt later voor de baten voor de stad. “Want een slimme stad bestaat uit meer dan een setje slimme oplossingen. Een weldoordachte Smart City-strategie is de basis om de slimme oplossingen samen te brengen zodat de stad écht slim kan functioneren.”
Een grote kans ziet Richard in het beter samenwerken tussen gemeenten op het gebied van Smart City-innovatie. Men kan nog veel van elkaar leren. “Sommige kleinere steden zijn juist goed in staat gebleken kleinschalige pilots te organiseren en verschillende slimme oplossingen te ontwikkelen. Grotere steden zijn juist goed in opschaling en het creëren van een beter innovatieklimaat. Deel die kennis van successen, maar ook van moeilijkheden en risico’s!”. Ook het delen van ideeën en opgaven bínnen de gemeente kan zorgen voor slimme cross-over oplossingen en effectievere innovatie. “Het organiseren van toevallige ontmoetingen, zowel binnen als buiten het gemeentehuis, is een cruciale rol in Smart City-innovatie. Misschien een cliché, maar dat gebeurt echt nog te weinig.”
En dat is natuurlijk wel een mooie conclusie wanneer je met de Digitale Steden Agenda in gesprek bent!
Voor vragen of een reactie, neem contact op met Richard Vermeeren (06-12986640) of met Marije Poel (06-41236985).
Je kunt niet meer reageren.