In deze ‘Maak kennis met’ rubriek stelt Aty de Groot (ICTU) deze keer vijf vragen aan René Bagchus (directeur Burgerschap en Informatiebeleid, ministerie BZK). Hiermee wordt de trend voortgezet om niet alleen bestuurders of medewerkers van de Digitale Steden Agenda aan het woord te laten, maar ook de samenwerkingspartners van de DSA voor te stellen. Aty vraagt zich af hoe BZK vanuit de rijksoverheid de DSA verder kan brengen en welke lessen René heeft meegenomen vanuit het ministerie van OCW voor de DSA.
1. Wil je jezelf even voorstellen?
Mijn naam is René Bagchus, vanaf 15 oktober j.l. ben ik directeur Burgerschap en Informatiebeleid van het ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Vanuit die rol ben ik ook betrokken bij de Digitale Steden Agenda. Hiervoor was ik werkzaam bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Daar was ik directeur primair onderwijs. Ik ben dus relatief nieuw bij BZK en dus ook nieuw bij de DSA. Wat ik toe nu toe merk van de Digitale Steden Agenda, op de website en in de producten en uitingen, is dat er een enorme energie op zit. Energie om te innoveren en om ideeën verder te brengen. Dit sluit aan bij BZK.
2. Hoe kan BZK vanuit de rijksoverheid de DSA verder brengen?
BZK kan de DSA op een aantal manieren verder brengen. BZK staat voor een goed openbaar bestuur, moderne democratie, participatieve democratie en een open overheid. In projecten zoals Digitaal 2017, vermindering van regeldruk en Agenda Stad kunnen BZK en DSA verbinding leggen en elkaar versterken.
Een andere manier is het verder brengen van bewezen voorbeelden. We kunnen een link leggen met het kenniscentrum dienstverlening. Het is een manier om vanuit BZK bij te dragen en de bewezen innovatieve voorbeelden daadwerkelijk te delen. DSA is niet het enige initiatief hierin. BZK kan goed de verbinding leggen met andere initiatieven die er zijn. De Grote Digitale Steden Competitie is een mooie vorm van samenwerking tussen BZK en DSA. Het is een mooi project, met heel veel goede voorbeelden. Waarom zou je zelf het wiel uitvinden als iemand anders dat al heeft gedaan?
3. Wat is belangrijk voor BZK bij de DSA?
Ik denk dat het belangrijk is om resultaten te boeken. Voor BZK is er een aantal grotere onderwerpen, zoals: digitaal 2017, participatieve democratie en open overheid. Daarin gaan we graag met anderen aan de slag. Vanuit ons perspectief is het belangrijk dat de resultaten zichtbaar zijn. Resultaten zoals de Grote Digitale Steden Competitie. BZK kan de verbinding leggen tussen meerdere initiatieven, zoals DSA en de doorbraak beweging. Ook bestuurlijk commitment is belangrijk, dat heb je ook nodig om resultaten te boeken.
4. Je kwam recent van het ministerie van OCW naar het ministerie van BZK. Welke lessen heb je meegenomen vanuit OCW voor de DSA?
Het leren van elkaar. Dat is een thema dat mij al wat langer bezig houdt. Enerzijds is het enorm voor de hand liggend. Anderzijds is het ook lastig. Het kan enorme winst opleveren, voor het onderwijs of een gemeente. Maar hoe kun je innovatie op een specifieke school delen met andere scholen? Dat is niet eenvoudig. Het is niet makkelijk te kopiëren.
5. Aan wie zou je het stokje willen doorgeven?
Aan Erik de Ridder, voorzitter van de Digitale Steden Agenda en wethouder in Tilburg. Enerzijds omdat hij bij DSA betrokken is vanaf het eerste uur, anderzijds omdat hij als voorzitter nu een nieuwe rol heeft. Ik ben benieuwd welke lessen hij uit de eerste DSA-periode kan trekken en hoe hij de toekomst van de DSA ziet.
Je kunt niet meer reageren.