Maak kennis met… Minouche Besters

In deze ‘Maak kennis met..’ rubriek stelt Wendy Otten (programmamedewerker Onze Stad) deze keer vijf vragen aan Minouche Besters (innovatie adviseur DSA). Waar is Minouche trots op, hoe kijkt zij terug op de afgelopen DSA-jaren en hoe ziet zij de toekomst voor zich?

1. Wil je jezelf even voorstellen?

Minouche Besters, politicoloog, ik heb jaren bij Kennisland gewerkt. Van daaruit ken ik Stedenlink ook goed. Moeder van drie zoons van 10, 8 en 5 jaar en getrouwd met Maarten. Ik houd me bezig met de sociale impact van technologie en de verandering- en innovatiestrategieën in een complexe omgeving. Van 2005 tot en met 2012 organiseerde ik de studiereizen voor Stedenlink, waarbij we op zoek zijn gegaan naar breedband aanpakken, nieuwe technologie en overheidsbeleid in tal van Europese landen. Vier jaar geleden begon ik met Holger aan het bouwen van een coalition of the willing rond de DSA. En het was tijdens een Stedenlink reis (Montpellier, 2011) dat we daar met het bestuur een cruciale stap in zetten. Bij DSA had ik vele rollen. In het begin vooral kwartiermaker, later innovatiestrateeg in het kernteam en ik werkte aan de strategische communicatie en het trainingsprogramma. Nu de DSA een nieuwe fase ingaat, heb ik besloten dat het het voor mij ook een goed moment is om een nieuwe stap te zetten. Ik ben partner geworden bij Stipo, een innovatieve club voor stedelijke ontwikkeling. Daar ga ik me bezighouden met stedelijke sociale en technologische vernieuwing en ik ga programma’s opzetten rond publiek ontwikkelaarschap. Daarnaast ben ik mede-initiatiefnemer en host bij de art of participatory leadership en bestuurslid bij inspiring cities.

2. Waar ben je trots op?

Ik ben er trots op dat de Digitale Steden Agenda door diverse partijen erkend wordt als een innovatieve beweging. Veel organisaties willen iets met de DSA, juist vanwege het innovatieve karakter. Ik ben trots op de bijeenkomsten die we organiseren, waarin we echt co-creëren. Daar zit veel energie op, wat leidt tot actie. We laten zien dat het ook anders kan. Het gaat ergens over. We slagen erin om de vraagstukken van nu centraal te zetten. Bijvoorbeeld de hele ontwikkeling die Veilige Stad heeft doorgemaakt, met co-creatie bijeenkomsten rondom het onderwerp evenementveiligheid. Het is een echte coalitie die zich daar inmiddels hard voor maakt. Future Events wordt besproken in het veiligheidsberaad. Dat is een mooi pad in anderhalf jaar tijd. Ook de Open Data Estafette Smart Cities is een goed voorbeeld. Het bestaande format van de estafette heeft in samenwerking met de DSA tot een nieuwe aanpak geleid. Er kwamen hele creatieve open data labs. En kijk ook naar onze programmamedewerkers. Als ik, in hun eigen woorden, lees wat zij in 1,5 jaar hebben geleerd en bereikt, ook dan ben ik trots! Het is geen gemakkelijk pad geweest om in zo’n dynamische, innovatieve club te werken. Zij hebben zo’n enorme persoonlijke groei doorgemaakt dat ik heel positief naar hun toekomst kijk en blij ben dat ik daarin een rol heb mogen spelen.

3. Je bent één van de initiatiefnemers van de DSA, hoe kijk jij terug op de afgelopen DSA-jaren?

Het is geboren vanuit de wens van een kleine groep pionierssteden om technologie, breedband en de kansen daarvoor in onze samenleving onder een bredere groep steden bekend te maken. Als ik nu kijk wie er allemaal betrokken zijn bij DSA en welke partijen ook in de nieuwe fase met DSA willen samenwerken, dan zijn we daar enorm in geslaagd. Technologie is nog steeds een ingewikkeld onderwerp. Steeds meer mensen, beleidsmakers, bestuurders en betrokkenen bij maatschappelijke organisaties begrijpen de kracht ervan en zijn bezig om die in te zetten. Door een enthousiaste groep mensen is er heel hard aan gewerkt. Het heeft een bodem gelegd om in de komende jaren verder te kunnen versnellen. Tegelijkertijd is DSA ook een veranderingsagenda, waarbij we werken aan nieuwe manieren van samenwerking tussen gemeente, rijk, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Dat gaat niet vanzelf. Zo is het ‘not invented here syndroom’, waar we zo graag met DSA van af wilden, nog steeds hardnekkig. Ook is het lastig om de cross-overs tussen de verschillende beleidsterreinen te organiseren en blijft het ingewikkeld dat de opbrengst van innovatie niet valt op de plek waar de kosten worden gemaakt. Het is ook niet te verwachten dat je dat in die paar jaar oplost. Belangrijk is dat we bij DSA (blijven) zoeken naar manieren om ook hier verandering in te brengen.
Lees ook het artikel: Vier jaar pionieren met de Digitale Steden Agenda.

4. Hoe zie jij als innovatie specialist de toekomst voor je?

We leven in een heel turbulente tijd, waarin grote veranderingen spelen, ook in de wijze waarop rijk en gemeenten hun taak opvatten. Het vraagt om een grotere inspanning vanuit de maatschappij: zelforganisatie. Je ziet overal buurtinitiatieven opkomen, sociale innovatoren, buurtbedrijven, allemaal zoekende naar nieuwe mogelijkheden. Het zijn krachten die we zo hard nodig hebben. Tegelijk zien we de systeemwereld enorm stoeien met nieuwe rollen: hoe werk je nou samen in zo’n veranderende wereld, waar ben je wel van en waarvan niet? Op alle fronten zijn we aan het innoveren. Er gebeurt heel veel vanuit sociale technologische innovatie. We gaan er veel baat bij hebben. Het gaat vooral ook om het kunnen samenwerken tussen verschillende partijen. De samenwerking tussen het geleefde en het geplande, klein, groot, professioneel, amateur, overheid en bedrijfsleven. Al die partijen moeten elkaar goed leren verstaan, zoeken naar het gezamenlijk belang. Daar zijn we binnen de DSA goed in. Het is een manier van werken die veel partijen waarderen. Daar gaan we meer van nodig hebben in onze steden en dat wordt ook een van mijn aandachtsgebieden in mijn nieuwe rol als partner bij Stipo.

5. Wie wil jij vijf vragen stellen en waarom?

Aty de Groot van Goedopgelost, van het ministerie van BZK. De Grote Digitale Steden Competitie (GDSC) is een enorme leuke samenwerking tussen BZK en DSA, gericht op: doen, verleiden, innovatie en aanjagen, waarbij je echt gebruik maakt van elkaars kracht. En natuurlijk extra leuk omdat het mijn zoon is in het GDSC-filmpje.

Je kunt niet meer reageren.