In deze ‘Maak kennis met..’ rubriek stelt iemand van de DSA steeds vijf vragen aan een collega die zich ook voor de DSA inzet. De geïnterviewde bedenkt vervolgens wie hij of zij graag de volgende vijf vragen zou willen stellen. Patrick van Domburg stelt deze keer vijf vragen aan Marijke van Hees.
Wil je jezelf even voorstellen?
Ik ben Marijke van Hees. Afgelopen vier jaar ben ik als wethouder van de gemeente Enschede bezig geweest met Economie en Innovatie. Voor mijn tijd als wethouder was ik al bezig met het benutten van ICT in de maatschappij. Daarin heb ik veel samengewerkt met het bedrijfsleven. Als wethouder werk ik ook aan de koppeling van innovatie en ICT in de maatschappij, samen met kennisinstellingen en het bedrijfsleven.
Toen ik werd gevraagd als voorzitter van Stichting Stedenlink, ging ik vol enthousiasme aan de slag. Samen met collega’s binnen Stedenlink zijn we gaan werken aan het implementeren van ICT-toepassingen in maatschappelijke thema’s. Om meer te kunnen bereiken besloten we gezamenlijk dat elke stad een van de maatschappelijke thema’s trekt. Daaruit is de Digitale Steden Agenda ontstaan. Als wethouder heb je wel ondersteuning nodig, dus er werden ambtelijk trekkers gevraagd om zich in te zetten voor de thema’s en vorig jaar maart kwamen daar de programmamedewerkers bij. Ik ben vanuit Enschede bestuurlijk trekker van de Zorgende Stad.
Op welke projecten of resultaten ben je trots als wethouder, gekoppeld aan de DSA?
Op het feit dat gemeenten in de volle breedte meedoen aan de DSA. Dat zowel de G32 als de G4-steden deelnemen. Dat is echt wel een prestatie. Ook het groeiende besef dat het niet meer een ICT-ding is, het gaat tenslotte om de toepassingen. Het is een bestuurlijke benadering geworden. Dat we die draai hebben kunnen organiseren, daar ben ik wel trots op.
Elke bestuurlijk trekker heeft concrete doelstellingen, er moeten resultaten behaald worden. Er moet een groep om het thema heen georganiseerd worden van gemeenten die meedoen. De focus ligt niet op een leuk project, maar op het samen doen en het breder trekken. Er moet verbreed worden naar meer toepassingen. Marktwerking. Dat is complex.
Voor wat betreft het thema Zorgende Stad ben ik trots op diensten zoals WeHelpen, BUUV en ZorgVoorElkaar. De Zorgende Stad heeft onderzoek gedaan naar deze zelfhulpdiensten gericht op matchen van vraag en aanbod. Heel concreet: diensten die er al zijn, die moeten we ook gebruiken. WeHelpen is een mooie toepassing die we in de gemeente Enschede hebben gekozen. De implementatie wordt begeleid door VitalInnovators voor een aantal steden in Overijssel.
Waar liggen volgens jou op dit moment nog de grootste kansen voor de DSA?
De grootste uitdaging voor de DSA is het zoeken naar balans tussen enerzijds concrete resultaten en anderzijds het hebben van een lange adem. Het realiseren van leuke ICT-toepassingen betekent niet dat ze ook worden gebruikt. Echte businesscases ontbreken nog. Daar is ook verandering nodig in het gedrag van burgers en professionals. We moeten waar nodig de burger met handige tools ondersteunen. En de professionals, zij moeten de eigen rol van de burger ook doorzetten. Veel mensen moeten anders gaan werken. Dat realiseer je niet zomaar. Het is een meerjarige verandering. Als DSA dragen we hieraan bij, stapsgewijs. We werken van onderop, vieren onze kleine successen en we moeten doorzetten!
Wat is het grootste gemis binnen de DSA of binnen de aanpak, waar wil jij wat aan veranderen?
Er zijn nu drie decentralisaties aan de gang. Er ligt een grote verantwoordelijkheid voor gemeenten om eigen toepassingen en oplossingen daarin te passen. Veranderingen zoals thuis de zorg ondersteunen, voorkomen dat mensen vereenzamen, ervoor zorgen dat er meer contact is met anderen en dat er hulp gevraagd wordt: daarin moet ook het systeem veranderen. In dit geval is dat het zorgsysteem. Er zijn nieuwe opvattingen over het inrichten van je leven. Hoe kan ICT daarbij helpen? Die verandering is enorm groot. Het vereist dat we ons meer verbreden. De olievlek moet doorgezet worden. Vanuit de DSA helpen wij deze verandering te organiseren. Maar per definitie schieten de resources te kort. We moeten ons verbinden aan de grote veranderingen zoals de drie decentralisaties. Er is meer geld en aandacht nodig voor deze veranderingen.
Wij kunnen daaraan bijdragen door onze kleine pilots daarop aan te laten sluiten en meer massa te creëren. Het breed implementeren is enorm veel werk. Er is een grootschalige aanpak van de thema’s nodig en er zijn meer mensen nodig die hier actief aan bijdragen. Het staat of valt met goede voorbeelden. Als die er zijn dan is de kans groot dat steden en bedrijven het oppakken!
Wie wil jij 5 vragen stellen en waarom?
Aan Mercè de Miguel i Capdevila wil ik graag vijf vragen stellen. Zij is begin dit jaar gestart als programmadirecteur van de DSA en ik ben heel benieuwd naar haar eerste ervaringen.
Je kunt niet meer reageren.