Maak kennis met… Hans Tijl

In deze ‘Maak kennis met’ rubriek stelt Mark Bressers (directeur Regeldruk en ICT-beleid ministerie Economische Zaken) deze keer vijf vragen aan Hans Tijl (directeur Ruimtelijke ontwikkeling ministerie Infrastructuur en Milieu). Mark is benieuwd hoe Hans aankijkt tegen samenwerking op rijksniveau op het gebied van Smart Cities en welke mogelijkheden hij voor I&M ziet om zich aan te sluiten bij de DSA.

1.     Wil je jezelf even voorstellen?

Ik ben Hans Tijl, ik werk bij de rijksoverheid als directeur Ruimtelijke ontwikkeling bij het ministerie Infrastructuur en Milieu. Ik ben onder andere verantwoordelijk voor smart cities vanuit de Rijksoverheid. Het onderwerp smart cities is buitengewoon relevant en interessant. Het sluit aan bij mijn eerdere betrokkenheid bij de gemeente Amsterdam, als voorzitter van de stuurgroep smart cities. Dat was een samenwerkingsverband tussen de markt en de overheid. Daarvoor ben ik een aantal jaren bestuurder geweest van INEC, een internationaal samenwerkingsverband van steden die je tegenwoordig smart cities zou noemen.

2.     Voor welke beleidsvraagstukken van I&M is de toepassing van ICT van essentieel belang?

Simpel: allemaal. Voor alle beleidsvraagstukken van I&M is de toepassing van ICT van essentieel belang. Digitalisering is een buitengewoon fundamentele vernieuwing. ICT in de volle breedte van het woord is verworden tot een nieuwe productiefactor. De komende jaren is ICT van grote invloed op de manier waarop we met elkaar werken, hoe we met elkaar omgaan en hoe we ons gedragen. Het biedt enorme kansen voor slimme oplossingen op vele terreinen. Neem het dichtlopen van de stedelijke gebieden, hoe kom je in en uit een drukke stad als Utrecht? Het heeft geen enkele zin om nog meer banen asfalt aan te leggen. Het grote netwerk is op orde, het gaat erom hoe we het gebruiken. File ontstaat door menselijk gedrag. Laten we dit over aan slimme technologie dan moet je denken aan zelfrijdende auto’s en drones ten behoeve van verkeersmanagement. Het is een kwestie van tijd; een verkeersmanagementsysteem die de drukte in de stad waarneemt en realtime aanpast. Straks hebben we digitale strepen op de weg van licht in plaats van kalk. De techniek en de middelen zijn binnen handbereik. Of het ook gebeurt, dat terzijde.

3.     Hoe kijkt I&M aan tegen samenwerking op rijksniveau op het gebied van Smart Cities?

Die samenwerking is onmiskenbaar, om de eenvoudige reden dat alle departementen bezig zijn met dezelfde vraagstukken die crossovers maken tussen sectoren. Denk aan: privacy, opschaling, businesscases, technologie. Ik telde laatst in de trein van Amsterdam naar Den Haag hoe vaak mijn online verbinding wegviel. Bij 32 ben ik opgehouden met tellen. Dat kunnen we ons straks niet meer veroorloven, dat we even uit de lucht zijn. Voertuigen worden uitgevoerd met sensoren, ze staan in contact met andere auto’s, met het wegdek of servers met enorme datastromen. Daarom moeten onze datanetwerken altijd up and running zijn. We hebben dus wat te doen.

Het dwingt departementen bijna om samen te werken. Er wordt al heel professioneel samengewerkt. Nederland heeft het beste aansluitnetwerk van de wereld. Alleen zit het merendeel van de huishoudens op oude asymmetrische netten. Dit zorgt voor beperkte capaciteit, over tien jaar kan het niet meer. China heeft onlangs 190 miljard uitgetrokken voor glasvezel van huis tot huis. Wij moeten het in Nederland ook op orde hebben en daarom is samenwerking zo belangrijk.

4.     Welke mogelijkheden zie je voor I&M om aan te sluiten bij de DSA?

Het thema Groene Stad vind ik erg interessant voor I&M, duurzame mobiliteit. Op de open data estafette in november vorig jaar hebben onder andere DSA en I&M goed samengewerkt. De rol van de overheid is het scheppen van voorwaarden om te kunnen innoveren en eventuele belemmeringen weg te nemen. Het DSA-netwerk is belangrijk voor samenwerking en kennisuitwisseling. Steden hoeven niet het wiel opnieuw uit te vinden, we moeten juist aansluiten op wat er al gebeurt.

5.     Wie wil jij vijf vragen stellen en waarom?

Hendrik Rood van Stratix wil ik graag vijf vragen stellen. Ik ben benieuwd wat volgens hem de belangrijkste randvoorwaarden zijn om een stap verder te zetten op het gebied van smart cities.

 

Je kunt niet meer reageren.