Na het lezen van het boek sharing cities lijkt het me onoverkomelijk: onze economie zal meer waarde gedreven worden en de deeleconomie maakt daar een belangrijk onderdeel van uit. Een interessante ontwikkeling, waardoor een gesprek met shareNL op zijn plaats was! Het gesprek en het boek brachten meer inzicht in hoe deze wind ook door Nederland waait.
Deeleconomie, hype of trend?
Delen doen we al eeuwen. Ruilen op de markt, samen openbare ruimte delen. Door de digitale revolutie zijn we echter in staat vraag en aanbod veel beter en tegen beduidend minder transactiekosten bij elkaar te brengen. Deze revolutie gaat samen met steeds kleiner wordende huishoudens, een recessie en grotere gemeenschapszin, die de deeleconomie aanwakkeren. Dat zorgt ervoor dat er wel degelijk structureel iets lijkt te veranderen. Het autobezit onder jongeren daalt al een tijdje, vooral onder jonge gezinnen in de stad. Ook trouw laat in een artikel zien dat ontspulling en delen meer lijkt dan een hype.
Hoe benutten we de kansen van een sharing city?
Ik vroeg me af: wat kan de deeleconomie betekenen voor steden? De deeleconomie vindt natuurlijk niet alleen in steden plaats. Maar zoals dat met meer ontwikkelingen gaat, in de stad gaat het net wat sneller en intensiever. Dat komt ook omdat in steden grondstoffen en ruimte schaarser zijn, huishoudens gemiddeld kleiner, en nabijheid groter; drie belangrijke ingrediënten voor de deeleconomie. De stad als ontmoetingsplek, als broeinest voor sociale interactie wordt ondersteund door platforms die mensen (en hun wensen, diensten en producten) bij elkaar brengen. Ik denk dan aan wehelpen, peerby, thuisgehaald, repaircafe’s en mijn buurtje. Het brengt nieuwe en onverwachte ontmoetingen.
Daarbij kan de deeleconomie bijdragen aan het milieu, een bewustere en duurzamere omgang met grondstoffen en ruimte, aldus het rapport in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. “Initiatieven uit de deeleconomie kunnen een wezenlijke bijdrage leveren aan het klimaatakkoord. Hier ligt een grote kans voor bedrijven en overheden die weten in te zetten op het beter benutten van bestaande goederen”. Daarom is er een rol weggelegd voor de overheid. Deeleconomie wordt pas smart als het ook bijdraagt aan milieu en mens.
De overheid kan een rol spelen in het borgen van vertrouwen (grootste barrière voor gebruik van de deeleconomie) en voor regulering om consumentenbelangen te beschermen. De rol van het beschermen van bedrijfsbelangen en oneerlijke concurrentie vind ik iets anders: disruptieve innovatie zorgt voor verandering en zorgt er ook voor dat sommige bedrijven het niet meer volhouden. Maar er komt tegelijkertijd ruimte voor nieuwe bedrijvigheid en banen. Vaak onvermijdelijk. Ik zou ervoor willen pleiten dat de overheid vooral zorgt voor voldoende ontwikkelingsmogelijkheden en passend onderwijs zodat burgers kunnen blijven participeren in een veranderende economie. Mensen moeten mee kunnen doen, dat kan alleen met toegang tot deze digitale platformen als mensen weten hoe ze er gebruik van kunnen maken.
Amsterdam sharing city: meer dan marketing?
Benieuwd hoe Amsterdam als eerste Europese sharing city daar invulling aan gaat geven. Dat betekent wat mij betreft meer dan marketing, bijeenkomsten en een mooi frame. Het gaat over goed beleid maken. Over het pakken van je rol, door regulering, met het ontwikkelen van een sterk innovatieklimaat en de burger een stem geven in de ontwikkeling.
Kortom: wat mij betreft wordt het vooral een jaar van continue discussie over het nut van de deeleconomie, de kansen en risico’s en over wat je als overheid kan en moet doen. En hoe de burger en onze omgeving daar uiteindelijk van profiteert.
Wil je reageren op dit artikel, leuk! Plaats je bericht hieronder, of neem contact op met Marije
Je kunt niet meer reageren.